Een tijdelijke logé

Op 29 maart is het vijfenzeventig jaar geleden. Om 18:30 uur strompelen twee mannen over een akker, zoekend naar eten. Yeme (spreek uit als: Ieme) is een van hen.

Het gebrom zwelt aan, de geallieerden komen terug voor een volgend bombardement. Ze hebben weinig tijd om beschutting te zoeken. Te weinig tijd. In de regen van bommen en granaten zwaait er één af, hun kant op. Yeme sterft ter plekke, in vrijheid maar ver van huis.

Eigenlijk doe ik onderzoek naar de ander, degene met wie Yeme daar op de akker was. Het verhaal van Yeme kwam ik door mijn onderzoek bij toeval tegen.

Wanneer je het leven van één specifieke persoon uitpluist, kom je in aanraking met de mensen om hem heen, de mensen op wie hij invloed heeft gehad, de mensen met wie hij in aanraking kwam. Naast het hoofdverhaal, vind je bij-verhalen die op zichzelf ook weer een hoofdverhaal zijn.

Al snel tijdens het onderzoek en het schrijven van het boek kwam ik erachter dat ik die bij-verhalen niet wilde negeren, niet kon negeren. Ik wilde op een of andere manier ook hun verhaal recht doen. En zo kwam het dat ik naast het schrijven van een boek, de bij-verhalen in het licht ben gaan zetten. Yeme is daar één van.

Bij de eerste keer dat ik het graf van Yeme Goinga bezocht in Frankfurt-Am-Main heb ik een bloem achtergelaten. Het voelde raar en koud, die jonge jongens daar op een mossige begraafplaats zo ver van huis. Bij sommige stenen was een A4tje geprikt met daarop in het Engels het verhaal. Het gaf je het gevoel dat je degene die daar lag een beetje kende.

Het geeft een toevallige bezoeker de kans om het leven van zo’n jongen te eren, te herdenken, in het licht van wie hij is geweest en hoe hij daar terecht is gekomen. Goed idee, dat wilde ik voor Yeme ook doen.

In mijn onderzoek heb ik Yeme’s persoonlijke brieven mogen lezen, geschreven vanuit de gevangenis in Utrecht. Ik heb het laatste briefje vastgehouden dat Yeme in de gauwigheid aan zijn ouders heeft geschreven en uit de trein gegooid op het moment dat hij abrupt naar Duitsland werd afgevoerd. Verklaringen gelezen van mannen die samen met hem in het concentratiekamp hebben gezeten en persoonlijke brieven over zijn laatste momenten op die akker. De veroordeling van degene die hem heeft verraden en het persoonlijk leed van zijn ouders en zusters na de oorlog.

Yeme is voor mij meer dan een steen met een naam. Meer dan een verhaal in de massa van verhalen. Hij verdient het om te worden herinnerd. Voor de Yeme’s van nu en in de toekomst.

Vanwege Corona zal ik 29 maart niet afreizen om de plaat bij het graf te plaatsen. Voorlopig staat deze in de woonkamer en is Yeme onderdeel van ons gezin. Een tijdelijke logee, voor altijd in ons hart.


" This is the story of Yeme Goinga

On March 29th, 1944 Yeme was arrested on his elderly farm in Kimswerd, Friesland, The Netherlands. Precisely one year later he died in freedom, far away from home.

With two sisters, and him being the only son, Yeme was destined to take over the agricultural farm. Yeme was passionate by the improvement of the crops of potatoes, rapeseed and all kinds of vegetables.

He was also a gifted technical engineer and very fond of tractors. For instance, he demolished parts of a nearby crashed British Wellington bomber and an American B17 to see how they worked and incorporated parts in his own machinery.

Last but not least, he ran a tight administration for the farm with a keen eye for business. At risk of his own live, Yeme helped people in WOII with oil, tobacco and food. He also helped people in hiding.

A neighbor betrayed Yeme to the S.S. Yeme was arrested, questioned, tortured and transferred to the Untersuchungs- und Strafgefängnis in Utrecht. Hence, he was deported to KZ Rollwald Dieburg on 6 September 1944. Here he was a forced laborer in the stone quarry and later forced to fill up bomb craters at Babenhausen airport.

In this year of horrors Yeme found comfort in his strong faith. God and Jezus were his guidance in these dark times and he gave many fellow prisoners comfort.

When the Americans approached the concentration camp on March 23th 1945, Yeme was forced on a death march to Buchenwald. The second day he escaped with three other men and spent five days hiding in the wet cold forest near Dörrmorsbach.

One year after his imprisonment on March 29th, 1945 the four men split up in two teams to search for food. Yeme was hit by an American grenade and he died. The other men were rescued by the Americans that same day, arrived home safely, and were able to tell Yeme’s story to his family."