De Hardloper

Steenwijk 02-04-2020

Hallo Yeme,

Afgelopen week sprak ik Jack Kooistra, per e-mail...want tja...die Corona toestand duurt nog wel even. De overheid trekt de maatregelen tenminste tot eind april door. Thuis zitten, contact met anderen vermijden. Het blijft een rare toestand.

Jack schreef dat hij de vergelijking van nu met de periode voorafgaand aan de Tweede Wereldoorlog ook wel zag. Afwachting, spanning, saamhorigheid. Hij vertelde dat hij de voorkeur geeft aan toen boven nu. Toen wist je tenminste wie de vijand was en kon je hem zien aankomen. Nu kan de vijand in de lucht zweven, op de stang in een bus plakken of op het huishoudfolie op de ovenschotel die de buurvrouw op je stoep heeft achtergelaten.

90 jaar is Jack inmiddels. Fysiek gaat het nu wat minder maar in het koppie nog altijd zo scherp als een havik. Namen, datums en anekdotes diept hij met het grootste gemak op. Jouw naam staat ook in zijn archief, wist je dat?

Archief
Een archief met wel 180.000 namen dat nog altijd wordt aangevuld. Iedere naam staat voor iemand die een rol heeft gespeeld in de oorlog. Verzetshelden, Joden, ‘gewone’ mensen die zijn omgebracht door de Duitsers, NSB’ers, oorlogsmisdadigers. Iedere naam staat op een handgeschreven kaartje en heeft een plek in één van de koffers op zolder. De stellingen buigen door onder het gewicht van al die koffers. Alle kaarten worden nu zorgvuldig nagelopen, aangevuld en online gezet op www.wo2slachtoffers.nl
Met dit archief hoopt Jack mensen te helpen, troost te bieden en duidelijkheid over wat er heeft gespeeld. Hij heeft mij ook geholpen.

Toen ik vorig jaar erachter kwam dat er iemand in Friesland bestond met zo'n archief, moest ik gewoon weten of Sijbren er ook in stond. Misschien kon hij mij meer vertellen over wat er toen speelde in Leeuwarden en of Sijbren daadwerkelijk een goed heenkomen heeft gevonden. Het enige wat ik had was een twijfelachtige plaats en datum van overlijden. En als ik daar dan op googelde (googelen is een ander woord voor zoeken in de archieven van de wereld), dan kwam ik alleen jouw naam tegen, Yeme Goinga. Jouw naam stond bij die datum en plaats, 29 maart 1945, Dörrmorsbach. Zo heb ik jou gevonden.

Jack ging akkoord met een ontmoeting maar dan wel bij hem op kantoor. De man is 90 jaar en fietst nog iedere dag naar zijn kantoor bij het Friesch Dagblad, zelfs in het weekend. Alleen de ochtenden hoor, zijn vrouw wil ook graag tijd met hem doorbrengen. Nu met die Corona kan hij niet naar kantoor, daar baalt hij van. Zijn vrouw wil dat oorlogswerk liever niet thuis hebben maar nu ontkomt ze er niet aan. Jack gaat gewoon door.
Klaas Jansma heeft een mooie biografie over hem geschreven: "De Hardloper". Tot voor kort liep Jack namelijk nog iedere ochtend een aantal kilometers hard. Slijtage, het lijf wil niet meer mee. Daar heeft hij de balen van.

Dagelijks belt en mailt Jack met ooggetuigen, nabestaanden, onderzoekers, journalisten, etc. Zolang Jack er nog is, zullen er mensen zijn die hem wat willen vragen, iets nodig hebben. En hij helpt iedereen waar hij kan, voor nop. Voor dit levenswerk heeft hij tig eretekens en medailles gehad maar de Zilveren Anjer uit de hand van Prinses Beatrix in 2016 is hem wel het meest dierbaar. Die krijg je niet zomaar!

De “Friese Wiesenthal” wordt Jack Kooistra genoemd, omdat hij succesvol oorlogsmisdadigers heeft opgespoord. In de jaren negentig spoorde hij Herbertus Bikker op in het Duitse Hagen. Bikker werd uitgeleverd en moest zich verantwoorden voor de rechtbank maar tot een veroordeling kwam het helaas niet. Te oud en te ziek voor veroordeling, zo bepaalde de rechtbank. Dit gaf veel ophef.

Mentor
Jack luisterde naar mijn verhaal, noteerde nauwgezet mijn vragen en liet weten het uit te zoeken. Daarna luisterde ik 2 uur lang naar zijn verhalen. Hij gaf me tips, hielp me met het verkrijgen van toegang tot archieven waar ik anders niet bij had gekund en screende mijn schrijverij met zijn kritische journalistieke bril. De feedback was ongezouten recht-door-zee en enorm waardevol. In de maanden die volgen houd ik mijn Friese mentor op de hoogte en begeleidt hij me in mijn onderzoek.

Eergisteren heb ik Jack gevraagd of hij voor mijn boek het voorwoord zou willen verzorgen. Het duurde niet lang voor ik antwoord had:

“Dag Cindy.

Het voelt als een eer om een inleiding te schrijven voor jouw boek. In het verleden mocht ik dit een aantal keren doen voor andere producties. Omdat het de laatste tijd nogal hectisch is (iedereen wil iets van mij weten voor de 75-jarige herdenking van de bevrijding) moet je even een deadline noemen. Je hebt zelf de verhalen al gelezen in het Friesch Dagblad en de Panorama. Tweemaal is door mij een interview afgestaan aan De Volkskrant. Halverwege april komt mijn versie van de bevrijding 1945 (auteur Maarten van Gessel) op de proppen.

Daaruit kun je concluderen dat ik mij niet hoef te vervelen.

Vriendelijke groet, Jack ”

Een deadline schrijft 'ie. Hoe geef ik een 90 jarige een deadline? Ik kan het tempo beter maar wat opschroeven, wat harder lopen en hopen Jack nog even bij ons mag blijven.

Hartelijke groet, Cindy


Ps: Het voorwoord is inmiddels geschreven. Jack doet niet aan uitstellen en pakt meteen door.


Foto: Corné Sparidaens