Koning der ontsnappingen

2 februari 2021, Steenwijk

Hallo Yeme,

De kerstboom is weer opgeruimd, ruim drie-en-een-halve maand gestaan dit keer. Dat is wel een grappig verhaal.
Mijn jongste is sinds kort beroepsmilitair. Hij startte in 2020 met een pittige algemene militaire opleiding, de AMO. Op een gegeven moment, ergens in de zomer, had hij het zwaar. Om hem wat op te beuren grapte ik: "Nou jongen, als jij op 9 oktober binnenloopt op de kazerne en je AMO succesvol hebt afgerond, zet ik de kerstboom voor je op!" Tja, je raad dus wel wat er sinds 9 oktober in onze huiskamer stond te stralen.

Graf Ligtermoet, Odessa Odessa
Jongste is enthousiast over zijn nieuwe baan en komt thuis met mooie verhalen. Zo ook over een majoor aan wie een Bronzen Leeuw is toegekend. Nu ben ik helemaal niet thuis in onderscheidingen dus dat moest ik even opzoeken. De Bronzen Leeuw krijg je niet zomaar! Daar is een daad van uitzonderlijke heldenmoed voor nodig.
Terwijl ik door de lijst met namen struin, valt mijn oog op de naam Ary Ligtermoet. Een bijzondere jongen, een bijzonder mens. Ary Gustaaf Leonardus Ligtermoet. Misschien heb je wel over hem gelezen in de krant, Yeme? Er is in- en vlak na de oorlog best veel over hem geschreven. Zijn graf ligt in Odessa, Oekraïne. In jouw tijd viel dat onder de Sovjet Unie. Hij is de enige daar....

Moedig of onbezonnen?
Vader Ligtermoet uit Vlaardingen gaat aan de slag bij de Bataafse Petroleum Maatschappij (B.P.M.) en komt in 1918 in Nederlands-Indië terecht. Hij schopt het tot hoofd administratie. Onze Ary is geboren op 15 april 1919 in Tjimahi, Nederlands Oost-Indië. Na drie dochters eindelijk de gekoesterde zoon. De naam Ligtermoet kan worden doorgegeven. Het leven lacht hen dan nog toe en het gezin Ligtermoet hoort bij de upperclass op de sociëteit in het Nederlands-Indië van de jaren twintig.

Eind jaren dertig wordt ook daar het nieuws op de voet gevolgd. Wanneer de plannen van Hitler duidelijk worden, besluit Ary in dienst te gaan. Hij reist samen met zijn beste maat en klasgenoot Hans von Seydlitz Kurzbach af naar de Koninklijke Militaire Academie (KMA) in Breda om daar te worden opgeleid tot Cadet-Vaandrig Infanterie K.N.I.L.
Ary is koud vier dagen van de academie wanneer Duitsland binnenvalt.

De cadetten van de KMA worden in juni 1940 naar huis gestuurd, in afwachting van wat de Duitsers beslissen. Zestien van hen, merendeels cadetten wiens ouders in Nederlands-Indië wonen, blijven op de KMA achter. Ary en Hans horen hierbij.
Begin juli 1940 wordt aan de Nederlandse beroepsmilitairen een erewoordverklaring voorgelegd. Tekenen betekende verklaren dat je niet tegen het Duitse regime zal strijden. Het grotendeel tekent deze met de verwachting daarmee gevrijwaard te blijven van krijgsgevangenschap. Men kan tenslotte meer betekenen vanuit huis dan vanuit een strafkamp.

Met de officieren van het Koninklijk Nederlands Indisch Leger (KNIL) is het anders gesteld. In hun voorschriften staat dat het verboden is een dergelijke erewoordverklaring te ondertekenen. De meeste KNIL-officieren weigeren dan ook te tekenen. Ook het grotendeel van de 16 achtergebleven cadetten weigert. Ary, een stille ietwat verlegen jongen, heeft de verklaring in eerste instantie getekend maar scheurt dan zijn document voor de neus van de Duitse officier in stukken. De weigeraars worden in een apart lokaal gezet onder bewaking van de SS. Hevig geëmotioneerd stelt hij daar: "Waar ik mijn handtekening onder had gezet kan ik de Duitsers niet beloven" . Hij is dan net 21 jaar.
Dit levert een probleem op. De meeste weigeraars weten op voorhand dat ze niet tekenen en hebben een koffer bij zich met de benodigdheden. Ary heeft niets bij zich. Gelukkig biedt het raam van het lokaal uitzicht op het voorplein waar zich nog veel cadetten bevinden. Na enkele seintjes wordt er direct actie ondernomen. Tegen de tijd dat de groep wordt afgevoerd, heeft Ary zijn spullen. Op 16 juli 1940 voert de trein hen naar Duitsland, vanwaar de meesten ruim 5 jaar later weer terug zullen keren.

Een zak met vlooien
De groep bestaat uit een kern van dermate hardnekkige uitbrekers dat een Duitse officier over hen klaagt: " Het is gemakkelijker om op een zak met vlooien te passen dan deze groep bijeen te houden" . Na iedere uitbraakpoging worden ze verplaatst naar een nòg strenger bewaakt kamp. Het mag niet baten. De groep is creatief en weet iedere keer weer een vluchtpoging te wagen. Ary probeert driemaal tevergeefs te ontsnappen en bij de vierde keer op 11 januari 1944 is het raak.
Tijdens de ontruiming van het kamp verstopt Ary zich samen met de cadetten Carolus Popelier, Albert Ernst, Sieb van der Pol, Joop Singor en beste kameraad Hans von Seydlitz Kurzbach achter een dubbele wand onder de toneelvloer. Ze worden daar niet gevonden.

Na de ontsnapping splitsen ze op. Ary duikt samen met Hans onder bij Oekraïnse partizanen. Hier vat Ary het idee op zich bij strijdkrachten van de bondgenoot Sovjet Unie te melden om verder te kunnen strijden tegen Duitsland. Hans vindt de liefde in de Oekraïne, trouwt met zijn Olga en blijft achter in het dorp. In de nazomer van Hans (midden) en Ary (rechts) 1944 raakt Hans gewond aan zijn hand en overlijdt hij aan tetanus op 17 september 1944.

Wanneer Ary zich in de zomer van 1944 bij de Sovjet Unie meldt, wordt hij door hen gewantrouwd, als krijgsgevangene beschouwd en afgevoerd naar een strafkamp. Dit wantrouwen komt o.a. door het aantal Nederlanders dat vrijwillig aan het Oostfront meevecht met de Duitsers. In het strafkamp blijkt een groot aantal Nederlandse S'S-ers te zitten. Uit getuigenverklaringen van Franse, Hongaarse en Italiaanse medekrijgsgevangenen blijkt dat Ary elk contact met deze groep Nederlanders weigert. Onder beestachtige omstandigheden verricht hij zware dwangarbeid. Tweemaal wordt Ary ernstig ziek, eenmaal tyfus en eenmaal dysenterie.

In 1946 besluit Stalin de repatriëring van Nederlanders zitten te stoppen. Dit doet hij in reactie op de stopzetting van de repatriëring van Sovjet onderdanen door Nederland. Dit biedt Ary geen uitzicht op een snelle terugkeer naar huis. Het is een complexe situatie waarin hij slachtoffer wordt van het politieke steekspel.
Ary neemt het heft in eigen handen en weet in november 1946 ook uit dit kamp te ontsnappen. Helaas wordt hij aan de Hongaars-Roemeense grens gearresteerd, waarna hij, na tot 3 jaar gevangenisstraf wegens deze ontvluchting te zijn veroordeeld, naar een krijgsgevangenkamp te Odessa wordt overgebracht. Ook hier weigert Ary ieder contact met Nederlanders die voor de Duitsers hadden gevochten.
De bewakers geven Ary een zweep in de hand. Om te bewijzen dat hij een bondgenoot is moet hij Duitse gevangenen afranselen. Als hij dit doet, mag hij naar huis.
Ary weigert.

Dit versterkt de argwaan van de Russen maar levert Ary ook bewondering op. Duitse gevangenen die worden vrijgelaten zorgen ervoor dat het thuisfront weet waar Ary zit en hoe het met hem gaat. Vanaf dat moment wordt de situatie van Ary ook uitgebreid beschreven in de Nederlandse kranten. Het lukt niet om hem vrij te krijgen. In 1948 wordt Ary ernstig ziek en overlijdt dan op 29 jarige leeftijd aan TBC. Zijn laatste jaar gekenmerkt door eenzaamheid, uitputting en wanhoop.

Op 17 februari 1951 wordt Ary Gustaaf Leonardus Ligtermoet postuum de Bronzen Leeuw toegekend, een van de hoogste dapperheidsonderscheidingen die Nederland kent, voor het blijk geven van een zeer hoog moreel en zijn waardig optreden als Nederlands militair.

Ary, een bijzondere jongen. Een bijzonder mens.

Hartelijke groet, Cindy